Wild konijn met gesmoorde rode kool en appelen

Wild konijn

bij stoverij van wild konijn passen dezelfde garnituren als bij haas: gebakken appeltjes, veenbessen, peren gekookt in rode wijn en rode kool. Bij gebakken rug passen witloof, koolsoorten, puree van knolselder of een puree van groene koolstamppot.

Voor 4 personen

  • 4 konijnbouten
  • Olijfolie
  • 150 g rookspek in reepjes gesneden
  • 1 ui, fijngesnipperd
  • 1 flesje bruin bier (25 cl)
  • 2 laurierblaadjes
  • 1 takje tijm
  • Versgemalen peper en zout
  • Boter
  • 2 Flandria Jonagold appelen, geschild, klokhuis verwijderd, in blokjes van 2,5 cm
  • 1 Flandria rode kool, in stukken gehakt
  • 3 eetlepels balsamico

Bak de konijnenbouten op een hoog vuur aan in boter in een pot. Laat rondom mooi bruinen. Haal het vlees uit de pot. Bak de fijngesnipperde ui en de spekjes aan. Voeg er tijm en laurier aan toe, kruid met peper en zout. Leg de boutjes terug in de pan. Giet er het flesje bruin bier bij, zet het deksel op de pot en laat gedurende 50 minuten op een laag vuurtje stoven.

Verwarm ondertussen olijfolie in een pan, bak er het spek in, doe de uitjes erbij en laat het enkele minuten met het deksel op de pan garen. Doe de appel erbij, de rode kool, de balsamico, peper en zout en roer alles goed door elkaar. Laat ook 50 minuten op een laag vuurtje pruttelen met het deksel op de pan. Roer regelmatig.

Serveer met gebakken aardappeltjes.